Tweevoudig winnaar Jasper Bovenhuis: "Driedaagse is uniek voor junioren"

door Job de Feijter

De Internationale Junioren Driedaagse winnen, is een prestatie van formaat. Twee maal eindwinnaar worden van de etappekoers met een ijzersterk deelnemersveld lijkt dan ook onmogelijk. Toch wist Jasper Bovenhuis dat te bewerkstelligen.

In 2008 hield hij als eerstejaars junior toekomstige kleppers als Lukasz Wisniowski (Etixx-Quickstep) en Moreno Hofland (Team Lotto NL-Jumbo) achter zich. Hij deed daar in 2009 nog een schepje bovenop door andermaal eindwinnaar te worden ten koste van illustere namen als Nikias Arndt (Team Giant-Alpecin), Jasper Stuyven (Trek Factory Racing) en Dylan van Baarle (Team Cannondale-Garmin). Bovenhuis heeft dan ook louter goede herinneringen aan de etappekoers voor junioren met internationale status.

Het is bijna zes jaar geleden dat hij actief was als junior in de Internationale Junioren Driedaagse, maar hij kan de wedstrijd nog goed voor de geest halen. "Het was altijd erg hectisch", is de eerste gedachte die bij Bovenhuis naar boven komt. "Desondanks ging iedereen ervoor. Het was altijd een mooie strijd en vanuit het begin werd de wedstrijd hard gemaakt. Vooral de vele kasseienstroken en de wind maakten de wedstrijd loodzwaar."

In de twee vlakke etappes probeerde hij zo veel mogelijk de schade te beperken, zodat hij in de individuele tijdrit zijn slag kon slaan. Die was namelijk op zijn lijf geschreven. "Het was inderdaad een ideale tijdrit voor mij. De tijdrit was namelijk niet te lang, maar ook niet extreem kort en dat lag mij wel. Het was voor mij dan ook een uitgelezen kans om tijd te winnen op mijn concurrenten."

Het klassement valt weliswaar pas in zijn definitieve plooi tijdens de slotrit in de Ardennen, maar daar voelde ook Bovenhuis zich in zijn element. "Ik meen me te herinneren dat we over beklimmingen zoals de Berendries reden en dat zorgde voor een groot slagveld. Geweldig vond ik dat, want daardoor kwamen de sterkste renners echt bovendrijven. Het bleef weliswaar een secondespel, maar ik kon in 2009 alsnog de eindzege pakken in de slotrit. Die etappe was dus wel degelijk bepalend. Dat zijn ook momenten uit je carrière die je altijd blijft koesteren."

Internationale strijd

Bovenhuis moest het in de Internationale Junioren Driedaagse opnemen tegen renners uit allerlei windstrekken. Dat was voor hem als junior uniek en stimuleerde hem om goed te presteren. "Vooral als eerstejaars junior was dat een bijzondere belevenis. Als nieuweling rijd je namelijk haast alleen tegen landgenoten. In Axel kon ik me eigenlijk voor het eerst meten met buitenlandse renners, wat ik toen erg spannend vond."

Foto: Bovenhuis mocht in 2008 voor het eerst de gele leiderstrui mee naar huis nemen.

Dat deed hij voortreffelijk, want zowel in 2008 als 2009 kwam hij als eindwinnaar uit de bus. Hij gaf daarmee huidige profs als Nikias Arndt, Barry Markus, Dylan van Baarle en Moreno Hofland het nakijken. Bovenhuis kijkt daar dan ook met gepaste trots op terug. "Ik realiseer me dat ik als junior echt heel goed was. Het is jammer dat ik nog niet de stap naar de profs heb kunnen maken, maar ik hoop dat daar aan het eind van het jaar verandering in komt."

Bovenhuis krijgt namelijk bij het continentale SEG Racing de kans om zich verder te ontwikkelen en in de kijker te rijden. Hij gelooft dan ook nog altijd in een toekomst als prof. "Ik ben aardig aan het seizoen begonnen. Helaas werd ik ziek in Normandië, maar als ik deze lijn kan doortrekken,  dan zou nog wel eens een heel mooi seizoen kunnen worden. Het is in elk geval een jaar van de waarheid voor mij", beseft de renner die onlangs Arno Wallaard Memorial op zijn naam schreef.