Rancune dreef Jacky Fortrei
door René van Stee BN Destem - PZCBRESKENS Jack Fortrei was in 1987 de eerste Zeeuwse junior die een etappezege boekte in wat toen nog de Driedaagse van Groot Axel heette. De Bressiaander was niet te stuiten in de slotrit Koewacht-Koewacht waarop hij vooraf zijn zinnen had gezet.
,,Als ik een goede dag had, kon ik heel wat. Het was een etappe met veel kasseistroken. Die lagen me altijd wel. Bijna alles verliep die dag volgens plan”, blikt de 43-jarige Fortrei terug op wat hij de mooiste zege in zijn loopbaan noemt.
Wijlen Arjan de Ridder uit Arnemuiden, die in 1989 overleed aan de gevolgen van een hartstilstand, trad een jaar later in de voetsporen van Fortrei. Daarna slaagde geen enkele Zeeuw er meer in een ritoverwinning te halen in de wedstrijd die tegenwoordig als Internationale Junioren Driedaagse Axel door het leven gaat. ,,Dat doet me best wat. Zeker als je bedenkt dat Arjan ook in dat rijtje staat. Hij was een absolute topper.”
Rancune was een belangrijke drijfveer voor Fortrei op die zondag in mei 1987. ,,Ik had vaak het gevoel dat ze me niet zagen staan. Een jaar eerder zat ik in dezelfde etappe ook in de kopgroep, maar alle aandacht ging toen uit naar Robin van Hecke (Sas van Gent). Een prima coureur die eveneens meezat en natuurlijk een goede wedstrijd reed. Maar hij eindigde wel achter me. Ik werd achttiende en hij 21e. Maar op een of andere manier viel dat niet op.”
Fortrei was de eerste twee koersdagen in 1987 goed doorgekomen. In de slotrit bracht hij het spel in de laatste kilometers op de wagen. Norman van Hest en Dennis Heunders sloten aan, maar in de eindspurt toonde – toen nog – Jacky Fortrei zich oppermachtig. Hoewel het gat met klassementsleider Raymond Thebes slechts 57 seconden bedroeg, dacht de West-Zeeuws-Vlaming geen moment aan de eindzege. ,,Op een gegeven moment was het gat in de laatste etappe 35 seconden. Die marge liep toch weer terug, waardoor Thebes’ eindzege niet meer in gevaar kwam. Maar dat was ook helemaal niet m’n doel. Ik was er alleen maar op uit om een etappe te winnen. Ten koste van alles. Toen ik alleen vooraan reed, liep m’n tube zelfs langzaam. Stoppen kon niet. Ik zat toen echt in een flow.”
Alleen rancune volstaat niet om een dergelijk succes te boeken, beseft ook Fortrei. ,,Je moet wel iets kunnen natuurlijk. Zeker als de hele vaderlandse top en mooie renners uit België, Rusland of Polen aan het vertrek staan. Maar ik stak in een goede vorm en ik had hard getraind. Achter de brommer met m’n vader, dat soort werk.”
Fortrei beleefde sowieso een goed seizoen met dertien podiumplaatsen en vijf zeges, waaronder ook in Waarschoot, Oost-Eeklo en Maldegem. Zijn wielerloopbaan bracht hem echter niet wat hij ervan had gehoopt. ,,Bij de amateurs had ik de macht niet om een rol van betekenis te spelen. Ik trainde goed en had er ook veel voor over. Ik heb zelfs nog eens met de gedachte gespeeld om een jaar alles op de koers te zetten. Maar dat zat er door omstandigheden niet meer in. Jammer, maar het is niet anders.”
Het opbouwen van een maatschappelijke loopbaan doorkruiste die plannen. Fortrei kwam 21 jaar geleden via het uitzendbureau terecht bij verpakkingsfabrikant Elopak in Terneuzen. Enkele maanden later kreeg hij een vaste aanstelling. ,,En daar werk ik nog altijd. Het wielrennen kwam op een lager pitje te staan. Ik heb nog wel tot m’n dertigste gekoerst, maar op een gegeven moment was het klaar. Ik kon het niet meer opbrengen. Je hebt ondertussen ook een gezin en andere bezigheden”
Fortrei volgt de koers nog op de voet. Zoon Jordy (12) reed ook een poosje mee bij de jeugd. Ondertussen voetbalt hij bij de D’tjes in Breskens. De interesse voor het wielrennen is er bij Fortrei junior nog altijd. ,,Misschien stapt hij weer op de fiets. Maar hoeft niet per se. Als hij het graag wil, zullen we hem aan alle kanten steunen. Als klein ventje was Jordy er nog niet aan toe, vooral ook omdat hij altijd de allerkleinste was. Het is nog altijd een pruts, maar wie weet, want ik was zelf ook heel lang een klein ventje.”
Fortrei rijdt tegenwoordig regelmatig toertochten. Vorig jaar trapte de Bressiaander zo’n vierduizend kilometer weg. Een bekende van vroeger met wie hij regelmatig op pad gaat is IJzendijkenaar Guido de Smit, wiens zoon Alain vrijdag aan het vertrek staat van de 32eJuniorendriedaagse. ,,Alain doet goed mee. Hij moet de eerste twee dagen zien te overleven. Dan kan hij zondag in de Vlaamse Ardennen nog iets moois laten. Want hij gaat aardig bergop. Dat moet hem liggen.”
Fortrei kon zelf ook goed uit de voeten op heuvelachtig terrein. Een achtste plaats bij de nieuwelingen in de Ronde van Vlaanderen vormt daarvan een tastbaar bewijs. Vandaar dat hij nu ook best juniorrenner had willen zijn. ,,In mijn tijd reden ze met de Juniorendriedaagse nog niet in België. Dat had ik ook weleens willen meemaken.”